Berichten

,

Oplossing voor onverzekerde zonnedaken ‘onvermijdelijk’

Onverzekerbaarheid van zonnedaken dreigt, na een recente rel om zo’n dank op het schaatsstadion Thialf in Heerenveen. Dat er problemen zijn wordt in vastgoedland niet betwist, maar er is ook vertrouwen dat er een oplossing komt: ‘Daarvoor zijn de belangen te groot’

Enkele weken geleden haalde het zonnedak op het Thialfstadion het nieuws, omdat de verzekeraar weigerde het dak te verzekeren. Voor het Verbond van Verzekeraars reden om te waarschuwen voor de dreigende onverzekerbaarheid van zonnedaken. Voor politiek Den Haag reden voor Kamervragen en een motie die het probleem aan de kaak stellen.

Hogere waardering

Volgens Jaap van ’t Hul, associate en taxateur bij vastgoedadviseur Cushman & Wakefield, is er ook echt wel iets aan de hand. ‘In de verduurzaming van vastgoed zijn PV-panelen heel relevant’, aldus Van ’t Hul. ‘Zonnepanelen zorgen voor een hogere waardering van het vastgoed, banken stimuleren duurzame investeringen met een rentekorting, het draagt bij aan een gunstiger energielabel en certificering, het past bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en het is gunstig voor het bereiken van het klimaatakkoord. Daarnaast kan je zelf voorzien in de energieleverantie en ook de subsidiemaatregelen van de overheid (SDE) laten de meeste businesscases groen kleuren. Tot slot: het is ruimte die altijd onbenut bleef en waar nu waarde uit kan worden gehaald.’

Dagelijkse praktijk

Cushman & Wakefield merkt in de dagelijkse waarderings- en transactiepraktijk vooralsnog geen groeiende onverzekerbaarheid van zonnedaken. Van ’t Hul: ‘Sinds de berichtgeving over onverzekerbaarheid in Vastgoedmarkt in januari van dit jaar, vraag ik in mijn taxatieprojecten nagenoeg altijd aan de eigenaren of het plaatsen van zonnepanelen tot problemen heeft geleid in de verzekering. Ik heb sindsdien van geen enkele eigenaar iets gehoord over problemen in dit kader.’ Ook de belangstelling van de beleggers waarmee Cushman & Wakefield te maken heeft is volgens hem niet tanende.

Logistieke complexen

Volgens Martin Mooij, Manager Certificering en Manager Deltaplan Duurzame Renovatie bij het Dutch Green Building Council, bestaat er vooralsnog veel belangstelling bij beleggers voor zonnepanelen, met name op logistieke complexen. ‘Het mes snijdt dan aan twee kanten. Het verhoogt de duurzame waarde en tegelijkertijd kun je met de verdozing iets nuttigs doen in plaats van dat je daarnaast weilanden opoffert voor zonnepanelen.’

Onverzekerbaarheid als issue

Onverzekerbaarheid kan volgens hem echter wel een belemmering zijn voor beleggers om te besluiten om zonnepanelen aan te leggen of het dak daarvoor te verhuren. ‘Verzekering is al langer een punt. Nu is het onder de aandacht gekomen door de kwestie bij Thialf, maar er wordt al langer gepleit om de verzekeringsadviseurs nadrukkelijk mee te laten kijken bij verduurzaming. Niet alle daken zijn er even geschikt voor. Vastgoedpartijen als Bouwinvest en ASR Real Estate hebben daar ook hun beleid op gevormd.

Slechte combinatie

Met betrekking tot de specifieke situatie van de verzekeraar van het Thialf-stadion die de brandverzekering heeft opgezegd, betrof dit de combinatie van zonnepanelen met de toegepaste dakisolatie (EPS) die vanuit brandveiligheidsperspectief als een slechte combinatie wordt gezien. ‘Aanbieders van zonnepanelen hebben al enige tijd te maken met dit verzekeringsprobleem’, aldus Van ’t Hul.

Kamervragen en motie

Over onverzekerbaarheid van zonnedaken en de impact op de vraag daarnaar werden eerder al Kamervragen gesteld door Kamerlid Moorlag (PvdA). Na de jongste rel heeft Moorlag met een zeer ruime Kamermeerderheid een motie er doorheen gekregen die verlangt dat de regering, ‘stappen gaat zetten die bevorderen dat de risico’s van zonnepanelen afnemen en belemmeringen weg te nemen om zonnepanelen onder de dekking van verzekeringen te houden en te brengen.’

‘Geen rol voor overheid’

De overheid zit geen rol voor zichzelf weggelegd in het verzekeren van zonnepanelen, nu dat in de markt soms problemen oplevert. Dat laat minister Wiebes (Economische Zaken) weten in antwoord op Kamervragen van GroenLinks over de kwestie Thialf. Wel ziet hij nu aanleiding om aan te schuiven bij het overleg tussen verzekeraars en marktpartijen.

Onderzoek naar risico’s

Van ’t Hul: ‘Van het grootste belang is nu om voortvarend te onderzoeken wat de risico’s echt zijn bij toepassing van zonnepanelen. Zijn bepaalde typen isolatielagen niet toe te passen in combinatie met PV-panelen? Of kan het risico substantieel worden verkleind door bijvoorbeeld het toepassen van een brandwerende laag of een laag grind op het dak? Dienen aan de installatie aanvullende eisen te worden gesteld?’ Een onafhankelijk TNO-onderzoek zou hier volgens Van ’t Hul behulpzaam in kunnen zijn. Zoncoalitie, een platform, voor advies en ontwikkeling van zonnestroom is al bezig is om dit samen met relevante partijen in gang te zetten.

Toegevoegde waarde

De eisen vanuit de verzekering hoeven volgens Mooij niet per se een belemmering te zijn voor pandeigenaren om te investeren in zonnepanelen. ‘Zonnepanelen dragen bij in het behalen van de duurzame doelstelling en verlagen energiekosten. Dat leidt ertoe dat de belegger de zonnepanelen als een toegevoegde waarde ziet. Misschien dat het nu een oplosbaar technisch probleem is, maar dat betekent niet dat zonnepanelen taboe zullen worden. Het blijft een hele mooie oplossing.’

‘Geen sinecure’

Van ’t Hul: ‘Een onverzekerd pand is geen sinecure. Voor eigenaren is dit veelal geen optie. Een korte termijn optie bij onverzekerbaarheid zou het afsluiten van de installatie kunnen zijn of zelfs het weghalen ervan. Dit is echter natuurlijk geen echte oplossing van probleem. Ik heb er alle vertrouwen in dat er een oplossing zal komen. Daarvoor zijn de belangen voor toepassing van PV-panelen gewoon te groot.’

 

Bron: Vastgoedmarkt

Recessie komt eraan, maar niemand weet hoe lang die zal duren

De uitbraak van het coronavirus legt de economische bedrijvigheid wereldwijd lam. Dat dit gevolgen heeft op de korte termijn is geen discussiepunt, maar op lange termijn lopen de voorspellingen uiteen. Vastgoedmarkt zet een aantal economische indicatoren op rij.

De uitbraak van het coronavirus heeft een verlammend effect op de economie. De overheidsmaatregelen om het virus in te dammen, zoals afsluiten van gebieden, reisverboden en het verplicht sluiten van horeca en winkels resulteren in een vraaguitval. In principe is dit een tijdelijk effect. Als iedereen straks weer naar buiten mag, gaan mensen weer geld uitgeven en draait de economie weer als vanouds. Maar de vrees bestaat dat het langer aanhoudt. Vastgoedmarkt zet een aantal graadmeters van de huidige economische situatie voor u op rij:

De beurzen in het rood

De eerste reacties van veranderingen in de economie zijn te zien op de beurzen. Beleggers stappen uit, wanneer zij waardedalingen verwachten. Dat gebeurde massaal. De AEX verloor sinds halverwege februari ruim 200 punten. Ook andere indices zoals de S&P 500 en de Dow Jones gingen diep in het rood. Wereldwijd ging de afgelopen weken ruim 26 biljoen dollar in rook op, meldt Bloomberg.

Tegelijkertijd stappen koopjesjagers vervolgens weer in. De AEX verloor sinds zijn hoogtepunt halverwege februari zo’n 200 punten, maar krabbelt sinds het dieptepunt halverwege maart weer voorzichtig omhoog. Andere beursindices in het buitenland vertonen vergelijkbare patronen. Een steunpakket ter waarde van 2000 miljard dollar in de Verenigde Staten zorgde weer voor optimisme. De Dow Jones sloot dinsdag met een winst van 11 procent, de hoogste winst sinds 1933. Overigens is dat geen reden tot al te veel optimisme. Ook de opleving in 1933 resulteerde niet in herstel, maar in een depressie die nog een decennium lang zou aanhouden.

AEX krabbelt weer omhoog

Inkoopmanagers

Een andere manier om premature veranderingen van een economie te meten, is door te kijken naar het gedrag van de inkoopmanagers. Als zij de hand op de knip houden, is er meestal iets aan de hand. De Purchase Managers Index voor de eurozone zakte in maart van 51,6 naar 31,4. Alles onder de 50 duidt op een economische teruggang. Vooral de dienstensector wordt hard getroffen. Die index zakt terug naar 28,4, terwijl die op het dieptepunt van de vorige crisis in 2009 niet lager kwam dan 39,2.

‘De economische activiteit in de eurozone is ingestort in maart op een manier die de daling ten tijde van de wereldwijde kredietcrisis overtreft. De PMI van maart wijst op krimp van het bruto binnenlands product (gdp) van 2 procent per kwartaal’, aldus Chris Williamson, hoofdeconoom bij IHS Markit in zijn commentaar op de PMI.

Wat doet de rente?

De gouden, economische jaren die achter ons liggen, werden voor een groot deel aangespoord door de lage rente. Het was een zichzelf versterkend effect: door de lage rente konden bedrijven en overheden makkelijk geld lenen en investeringen doen. Waardoor er iedere keer meer geld in de economie kwam en de rente nog verder daalde. De tienjaarsrente op obligaties ging vorige zomer zelfs in de min. Daar kwam begin deze maand een einde aan toen de rente van -0,67 procent plotseling naar +0,04 schoot. Onmiddellijk greep de Europese Centrale Bank (ECB) in door aan te kondigen voor 750 miljard euro aan obligaties op te kopen. Hierdoor daalde de tienjaarsrente op staatsleningen weer naar -0,082 (niveau van 24 maart).

De rente op de kapitaalmarkt (langetermijnleningen) werkt doorgaans door op de geldmarkt (leningen van banken onderling). Als de langetermijnrente oploopt, zullen uiteindelijk ook de rentes die banken verstrekken, zoals hypotheekrentes, stijgen. Die dreiging lijkt dus in eerste instantie ongedaan gemaakt door de ECB. Toch was er wel een minimaal effect te zien. In Nederland verhoogden vier hypotheekverstrekkers hun rente licht. Huizenkopers houden rekening met een stijging, zo is terug te zien in het aantal hypotheekaanvragen dat de afgelopen twee weken plotseling steeg. Dit kan mogelijk ook veroorzaakt worden door potentiële huizenkopers met een tijdelijk contract die vrezen hun baan te verliezen door de economische malaise en daardoor nu nog snel een huis proberen te kopen.

Werkloosheid

Ook de werkloosheid is altijd een goede graadmeter voor een economie, zij het op een iets langere termijn. In hoogconjunctuur zijn werknemers schaars en is de werkloosheid laag. Bij economische teruggang krimpen bedrijven in en stijgt de werkloosheid. Die effecten zijn nu nog niet in de cijfers terug te zien. Bovendien zorgt het steunpakket van de overheid ervoor dat veel bedrijven hun werknemers in dienst zullen houden. Bij reorganisaties keert de overheid immers niets uit. Toch melden de vakbonden dat er plotseling veel telefoontjes binnenkomen van mensen wiens contract niet wordt verlengd. Ook mensen met nul-urencontracten in bijvoorbeeld de horeca- of evenementensector zitten nu thuis.

Uitzendbureau Randstad heeft aangegeven geen dividend uit te keren, omdat het geld in kas wil houden. Voorlopig lijkt de schade er nog mee te vallen, meldt een ingewijde. Veel bedrijven hebben de afgelopen jaren de grootste moeite gedaan om talent binnen te halen en laten die niet bij de eerste tegenslag gaan.

De huidige werkloosheid in Nederland is met 3 procent van de beroepsbevolking historisch laag. De verwachting is dat, mede dankzij het steunpakket van de overheid, die werkloosheid voorlopig niet flink zal oplopen.

Wat zeggen de voorspellers?

Uiteindelijk weet niemand hoe de situatie op lange termijn zal verlopen. Toen in het najaar van 2008 de kredietcrisis in de Verenigde Staten uitbrak, meldden de meeste economen dat dit nauwelijks effect op de Nederlandse economie zou hebben. Intussen weten we wel beter. Wat zeggen de economen nu? Het IMF voorziet ‘een recessie die minstens zo erg is als tijdens de wereldwijde financiële crisis van 2008 of erger.’ Wel denkt de VN-waakhond dat er in 2021 weer herstel zal optreden.

De economen van de Rabobank voorzien rode cijfers dit jaar in veel sectoren, maar verwachten dat de situatie volgend jaar weer ‘terug naar normaal’ zal gaan. ING verwacht een terugval in consumptie in 46 procent van de productcategorieën, zoals horeca, brandstoffen en kledingindustrie, maar ook een toename bij de supermarkten en medische diensten. Wat betekent corona voor de groei van de Nederlandse economie? Het Centraal Planbureau publiceert donderdagochtend zijn aangepaste cijfers, maar directeur Pieter Hasekamp verklapte woensdag al dat Nederland vrijwel zeker op een recessie afstevent. De enige vraag die resteert, is hoe lang die recessie zal aanhouden.

Bron: Vastgoedmarkt

Vastgoed onttrekt zich aan forse daling vertrouwen ondernemers

Over vrijwel de gehele linie is het vertrouwen bij ondernemers in een kwartaal fors gedaald, maar vastgoed en detailhandel hebben juist positieve verwachtingen van de toekomst. 

Het ondernemersvertrouwen is in het begin van het vierde kwartaal fors lager uit dan in het voorgaande kwartaal, zo melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland. Het ondernemersvertrouwen kwam in het vierde kwartaal uit op een indexcijfer van 6,6. In het derde kwartaal stond het vertrouwen op 10,6.

Stikstof en PFAS

De daling van het vertrouwen is in de meeste bedrijfstakken terug te zien. Vermoedelijk door de crisis met stikstof en nu ook PFAS geldt dit ook sterk voor de bouwsector, waar het vertrouwen met ruim 5 punten daalde tot 15,3. ‘Het ondernemersvertrouwen bevindt zich in deze bedrijfstak echter nog wel op een hoog niveau’, zo melden de onderzoekers.

Delfstoffenwinning

De grootste verslechtering van het sentiment vond plaats in de informatie en communicatie en in de delfstoffenwinning. In de informatie en communicatie kwam het ondernemersvertrouwen uit op 9,5. In het derde kwartaal was dit nog 25,0. Hierbij geldt dat het ondernemersvertrouwen in deze bedrijfstak grillig is. In de delfstoffenwinning nam het vertrouwen af naar –8,5. Het vertrouwen in de transportsector is afgenomen van 10,3 naar neutraal.

Vastgoed en detailhandel

De enige bedrijfstakken waar het ondernemersvertrouwen is toegenomen zijn de autobranche, waar het vertrouwen overigens nog steeds negatief is, de detailhandel en de verhuur en handel van onroerend goed.

Verwachtingen voor 2020

Ondernemers zijn verdeeld over de verwachtingen voor 2020. De verwachtingen zijn over het algemeen positief, maar minder positief dan ze een jaar geleden waren voor 2019. Per saldo voorziet 18,9 procent van de ondernemers een toename van de omzet in 2020. In de bouwnijverheid en de delfstoffenwinning is het aantal ondernemers dat volgend jaar een afname van de omzet verwacht groter dan het aantal dat een toename verwacht.

Toename investeringen

Per saldo verwacht 13,0 procent van de ondernemers in 2020 meer personeel in dienst te hebben dan in 2019. Per saldo 5,0 procent van de ondernemers verwacht in 2020 meer te investeren. De verschillen tussen de bedrijfstakken zijn groot. Zo verwacht in de onroerendgoedbranche per saldo 25,6 procent van de ondernemers een toename van de investeringen, in de autobranche verwacht per saldo 9,3 procent van de ondernemers minder te investeren.

Bron: Vastgoedmarkt

Energielabelplicht kantoren nu ook bij wet geregeld

De wet die de energielabelplicht voor kantoren regelt is 2 november in het Staatsblad gepubliceerd.

De wet verbiedt vanaf 1 januari 2023 het gebruik van kantoren zonder minimaal energielabel C. Uitzonderingen zijn gebouwen met minder dan 50 procent kantoor of minder dan 100 m2 kantoor. Ook is er een grens aan de vereiste maatregelen om label C te halen. Als de terugverdientijd meer dan 10 jaar bedraagt, dan volstaan de maatregelen die binnen tien jaar wel terug te verdienen zijn.

Eigenaren hebben nog een weg te gaan om in 2023 aan de eisen te voldoen. Van de relevante voorraad heeft 44 procent een label slechter dan C, blijkt uit onderzoek door het Kadaster in opdracht van Vastgoedmarkt. Vooral de overheid heeft veel onduurzame kantoren.

Andere verlichting is het meest voorkomende ingrediënt bij de verduurzaming. Alle categorieën eigenaren samen bezitten elf miljoen vierkante meter kantoor die verder kan met hoogfrequente tl-verlichting. Nog eens 21 miljoen vierkante meter heeft ledverlichting nodig.

vastgoedmarkt.nl

Leden VBO Makelaar kiezen Harry Bruijniks als voorzitter

Harry Bruijniks is op 19 mei tijdens de algemene ledenvergadering van brancheorganisatie VBO Makelaar met een grote meerderheid van stemmen gekozen als nieuwe voorzitter. Bruijniks neemt de voorzittershamer over van P.E. Hamming.

Hamming, de voormalig CEO van de Koninklijke Vendex-KBB heeft na twee termijnen van vier jaar afscheid genomen tijdens het VBO-congres NeVaCon. Bruijniks wordt zowel voorzitter van het dagelijks bestuur (3 leden) als het algemeen bestuur (9 leden) van VBO Makelaar.

Bruijniks is zeer gemotiveerd om voor de brancheorganisatie aan de slag te gaan: ‘De vastgoedmarkt is een markt in beweging. Digitalisering en een data-driven samenleving dagen makelaars, taxateurs en verhuurbemiddelaars continu uit te blijven innoveren. Het is een voorrecht en uitdaging daar vanuit mijn eigen achtergrond, kennis en ervaring samen met de leden een positieve bijdrage aan te leveren.’

Zowel bestuur als directie van de brancheorganisatie zijn verheugd dat de nieuwe voorzitter vanochtend met zo’n grote meerderheid van stemmen is benoemd. Hans van der Ploeg RAE RT, directeur VBO Makelaar: ‘Harry Bruijniks komt zelf niet uit het makelaars/taxateursvak. Dat kwam Ed Hamming ook niet en met hem heeft de vereniging succesvol de koers verlegd. Met de komst van Bruijniks hebben we er het volste vertrouwen in dat we het vak van makelaar en taxateur het komende decennium verder kunnen uitbouwen en een zinvolle bijdrage aan de vastgoedmarkt kunnen leveren.’

Meerlaagse distributiecentra nog niet in Nederland wegens te lage prijsdruk

Extra hoge distributiecentra – met een extra verdieping – komen steeds vaker voor in Europa maar nog niet in Nederland. Dat blijkt uit analyse door CBRE.

Een beperkte beschikbaarheid van grond, stijgende grondprijzen en de behoefte aan efficiënte opslaglocaties zijn de drijfveren achter een groeiende vraag naar verticale oplossingen voor logistiek vastgoed in Europa. Dat zegt CBRE in zijn laatste rapport Up in the air: the case for vertical logistics solutions (9 pagina’s).

Het CBRE-rapport verkent waarom verticale oplossingen een opkomende trend zijn en welke impact het heeft op de logistieke vastgoedmarkt. De bevindingen tonen aan dat als de grondkosten meer dan 50 procent van de totale bouwkosten uitmaken, verticaal bouwen een haalbare oplossing wordt. Logistieke operaties kunnen zo niet alleen besparen op de grondkosten, ze kunnen ook besparen op hun arbeids- en transportkosten door in de hoogte te bouwen in plaats van te streven naar een grotere footprint, of te zoeken naar een goedkopere locatie op grotere afstand van de markt. Schaalvergroting in de sector en de groei van stadslogistiek zijn hierbij belangrijke factoren, die de druk op de beschikbare grond verder doen toenemen.

CBRE stelt vast dat er twee hoofdvormen van verticale bouwoplossingen in Europa populair zijn: hoogbouwmagazijnen en meerlaagse distributiecentra. Bij meerlaagse gebouwen kan er bovendien nog een onderverdeling in intern en extern gestructureerde verdiepingen worden gemaakt. Naast de beschikbaarheid van grond bepaalt de uniformiteit van de goederen in de logistieke operatie grotendeels de keuze voor een van deze types.

Reactie CBRE
Machiel Wolters, Head of Industrial & Logistics Research EMEA: “In Nederland signaleren we met name een behoefte aan hoogbouwmagazijnen en aan interne verticale oplossingen. Die zien we in nieuwe ontwikkelingen dan ook steeds vaker terugkomen. Een voorbeeld hiervan is het nieuwe DC van Primark in Roosendaal, dat 20 meter hoog wordt en een zwevende tussenvloer krijgt zodat er ongestoord op de verschillende verdiepingen kan worden gewerkt. In Nederland zullen echter weinig echte meerlaagse distributiecentra gebouwd gaan worden. Door de spreiding van het stedelijke en logistieke landschap in Nederland is de prijsdruk daarvoor niet hoog genoeg.”

Bron: Vastgoed journaal & CBRE

,

In Utrecht meer beleggerswoningen op de markt

Na jaren van lage bouwproductie komen er in Utrecht meer beleggingswoningen op de markt.

Pensioenfondsen en verzekeraars rijgen de aankopen aaneen. Dit blijkt uit het Trendrapport Utrecht, samengesteld door de redactie van Vastgoedmarkt.

Een verzevenvoudiging van het transactietotaal illustreert nog het best de acceleratie op de Utrechtse markt voor beleggingswoningen. Door de woningschaarste en de gunstige koopkracht- en werkloosheidsontwikkeling stonden de seinen al op groen. Nu de planvoorraad groeit, raken de projectenpijplijnen van beleggers gevuld. In de eerste helft van 2015 werd nog voor 33 miljoen aan woninginvesteringen in de regio bekend. In dezelfde periode van 2016 was dat 245 miljoen euro. De hausse op de Utrechtse markt voor beleggingswoningen is een zaak van Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars. Zij hebben de betere contacten met bouwers en ontwikkelaars. Zo steken ze investeerders van over de grens de loef af in de strijd om de nieuwe beleggingswoningen. Buitenlandse partijen die hun hoop hadden gevestigd op het aanbod van corporatiewoningen komen bedrogen uit. De sociale huisvesters verkopen veel minder dan verwacht. Daarom verruimt het Duitse Patrizia zijn blik. Ook Leidsche Rijn is vanaf nu een interessante locatie voor woninginvesteringen.

Desondanks domineerden buitenlanders de Utrechtse beleggingsmarkt. Want er zaten veel Utrechtse kantoorpanden in de portefeuilles die werden gekocht door Goldman Sachs, Marathon en de combinatie van Cairn Real Estate en een buitenlandse belegger. Het Utrechtse totaal aan kantoorbeleggingen steeg van 53 miljoen euro in de eerste helft van 2015 naar 210 miljoen euro in dezelfde periode van 2016. Van de 434 miljoen euro aan Utrechtse kantoorbeleggingen in anderhalf jaar namen buitenlanders 357 miljoen euro voor hun rekening.

Bron:

Vastgoedmarkt.nl

, ,

Goed rendement Nederlands vastgoed

Investeringen in Nederlands vastgoed hebben in het tweede kwartaal een totaal rendement opgeleverd van 3 procent.

Dat blijkt uit de IPD Netherlands Quartely Property Index van MSCI.

Volgens MSCI blijkt uit dat mooie resultaat dat het herstel van de Nederlandse vastgoedmarkt zich onverminderd voortzet. In het eerste kwartaal bedroeg het rendement 2,2 procent en in tweede kwartaal vorig jaar 1,8 procent.

Het verbeterde resultaat is vooral te danken aan de sterke waardeontwikkeling: 1,8 procent in het tweede kwartaal, versus 0,9 procent in het eerste kwartaal.

Wederom leverden woningen de beste prestaties met een totaalrendement van 4,1 procent. In het eerste kwartaal was dat 3,1 procent. Het totaalrendement van kantoren groeide van 1,7 procent in de eerste drie maanden van dit jaar naar 2,8 procent.

Winkelvastgoed bleef duidelijk achter. De waarde kromp zelfs met 0,2 procent, waarmee het totaal rendement uitkwam op 1,1 procent. Uit de index komt echter een groot verschil naar voren tussen het rendement van winkels in de centra van grote steden en de rest van de restailmarkt.. In de grote steden was er juist positieve waardeontwikkeling (+1,2 procent), waarmee het totaal rendement voor dit segment uitkwam op 2,2 procent.

In een toelichting zegt Lorenzo Dorigo, executive director van MSCI: ‘In de Nederlandse vastgoedmarkt zet het herstel duidelijk voort. Een totaalrendement van 3 procent is beduidend meer dan de 0,9 procent van twee jaar geleden en de 1,8 procent van vorig jaar. De sterke waardegroei reflecteert het optimisme van beleggers in Nederlands vastgoed.’

bron: www.vastgoedmarkt.nl

,

Weinig effect van rentestijging in vastgoed markt

Voor het eerst sinds 2006 verhoogt de Federal Reserve de Amerikaanse rente, en wel naar 0,25 tot 0,5 procent.

Volgens JLL hebben stijgende rentetarieven nauwelijks effect op korte termijn in de vastgoed markten.

Het huidige lage rendement op staatspapier zorgt ervoor dat steeds meer beleggers op zoek zijn gegaan naar alternatieven voor het behalen van rendement. Vastgoed is daar een van. Nu de rente op staatspapier naar verwachting op dit historisch lage niveau blijft, blijft vastgoed aantrekkelijk voor beleggers.

Op korte termijn geen rentebewegingen

Hoe langer de periode van aanhoudende groei voortduurt, des te meer vraagtekens er worden gesteld bij wat de huidige cyclus tot een einde brengt. Veelal wordt hierbij ook het risico van stijgende rentetarieven genoemd. Uit onderzoek van JLL blijkt echter dat stijgende rentetarieven nauwelijks tot geen effect hebben op vastgoedbeleggingsobjecten op korte termijn. De correlatie tussen Euribor en prime aanvangsrendementen voor kantoorruimte in Amsterdam is -0,02 – wat aangeeft dat er geen relatie met rentebewegingen op de korte termijn is.

Basisrente waarschijnlijk pas in 2019 hoger dan 2,5%

Het is volgens JLL niet waarschijnlijk dat de basisrente in Nederland veel eerder dan eind 2019 stijgt tot 2,5 procent (langjarig gemiddelde) en zelfs in een genormaliseerde markt wordt het percentage naar verwachting niet hoger dan 5 procent (niveau 2008). Als zich geen verrassingen voordoen zou de markt voldoende tijd moeten hebben om zich aan te passen. Een geleidelijke stijging van de tarieven kan zelfs gunstig zijn voor de markt, aangezien beleggers hierdoor ruimschoots de tijd hebben om hun opbrengstverwachting navenant bij te stellen.

Prime Vastgoed lijft interessant.

Sven Bertens, Head of Research Advisory bij JLL: ‘Als de rentelasten op termijn nog meer gaan stijgen, blijft prime vastgoed interessant voor beleggers. Kopers van prime vastgoed zijn voornamelijk equity kopers, die op zoek zijn naar core beleggingen met een relatief lage gevoeligheid voor aanvangsrendementen. Dit zijn veelal (pensioen)fondsen die op zoek zijn naar een stabiele inkomstenbron, of beleggers uit opkomende markten die op zoek zijn naar een veilige haven met opbrengsten uit vreemde valuta. Deze beleggers blijven zich aandienen.’

Bron: Vastgoed Markt

 

,

Koninklijke Horeca Nederland (KHN) wil geen hotels in kantoren

Een groot deel van de hotels in Nederland kampt met een overschot aan kamers. Gemeenten geven steeds vaker toestemming om hotels in leegstaande kantoorpanden te vestigen. De KHN is het niet met de gemeenten eens en wil geen hotels in kantoren.

Dat stelt Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in De Telegraaf. Volgens de belangenvereniging groeit door de transformatie van kantoorgebouwen tot hotels het hotelkamer-bestand buiten de grote steden sneller dan het aantal overnachtingen.

‘Gemeenten zitten met de kantoorleegstand in hun maag. Deze gebouwen vullen met hotels lijkt een oplossing, maar het wil niet zeggen dat er automatisch meer gasten komen. Bezoekers worden zo alleen maar verder verspreid’, aldus Saskia Deerenberg van KHN in de Telgraaf.

Saskia Deerenberg  

Bron: Vastgoedmarkt, Telegraaf & KHN


Over Taxateur Zakelijk Vastgoed:

Voor veel kantoor taxaties waaronder ook kantoorruimte taxaties geldt dat deze als belegging worden getaxeerd. Naast het bepalen van de juiste waarde is het ook van belang om een realistisch rendement op te stellen voor het meerjarenplan. Dit kan alleen als de taxateur ook gedegen inzicht heeft in de marktwerking en de fiscale situatie van het vastgoed. Naast de fiscale aspecten krijgt de taxateur ook te maken met juridische aspecten, welke milieu eisen zijn van toepassing, maar ook eventuele erfdienstbaarheden en/of het reglement van de Vereniging van Eigenaren (VvE) kunnen een bepalende factor zijn op het gebruiksgenot van de kantoorruimte.

Een”bedrijfstaxatie kantoor” kan voor de volgende doelen worden aangewend: voor een aan- en verkoopbeslissing, het bepalen van een huurwaarde, een bedrijfstaxatie voor een financiering, vastgoed (her)waardering ten behoeve van de boekhouding en herbouwwaarde taxatie.

In de kantorenmarkt is momenteel sprake van veel leegstand. Een register taxateur geselecteerd door Taxateur Zakelijk Vastgoed weet hier op de juiste manier handen en voeten aan te geven.

Stap-2-Horeca-vastgoed-bedrijfstaxatie-aanvraag