Berichten

Groei winkelbestedingen zet versneld door

De detailhandel heeft in het eerste kwartaal 4,8 procent meer omzet geboekt dan in hetzelfde kwartaal van 2016. De verkopen (het volume) namen met 2,9 procent toe.

Dit meldt het CBS in de Kwartaalmonitor detailhandel. Dat is een flinke versnelling. In het derde kwartaal van 2016 bedroeg de omzetgroei op jaarbasis nog 1,2 procent en 3,9 procent in het vierde kwartaal vorig jaar. De winkels in voedings- en genotmiddelen boekten in het eerste kwartaal van 2017 3 procent meer omzet dan een jaar eerder. Deze omzetstijging kwam vooral voor rekening van de supermarkten, die ruim 3 procent meer omzet wisten te realiseren. Bij de speciaalzaken steeg de omzet met 1,1 procent. De verkopen in de foodsector namen met 1,2 procent toe.
De omzet van de fysieke winkels in non-foodartikelen was in het eerste kwartaal 4,1 procent hoger dan een jaar eerder, de verkopen namen toe met 3,4 procent. Hiermee houdt de non-foodsector de relatief hoge groei uit het vierde kwartaal 2016 vast. Net als in voorgaande kwartalen profiteren de winkels in woninggerelateerde artikelen van de herstelde woningmarkt. Zo groeide in het eerste kwartaal de omzet van winkels in doe-het-zelfartikelen en keukens met liefst 10,8 procent, de hoogste omzetgroei in elf jaar.
Fysieke winkels in consumentenelektronica daarentegen wisten de negatieve trend in hun omzetontwikkeling niet te keren. Ze boekten 3,4 procent minder omzet. Het was het negende kwartaal op rij met omzetverlies. Winkels in consumentenelektronica ondervinden stevige concurrentie van webwinkels.
In het eerste kwartaal nam de omzet van de detailhandel uit online verkopen met 14,8 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. De omzet bij de multi-channelers, bedrijven die zowel een fysieke winkel hebben als online verkopen, nam met 16,4 procent toe. Dat was iets meer dan bij de pure webwinkels, daar groeide de omzet met 13,6 procent.

Cijfers Nederlands Commercieel Vastgoed 2015

Nederlands commercieel vastgoed heeft in 2015 beleggers een totaalrendement opgeleverd van 7,7 procent. Met maar liefst 12,7 procent scoorden bedrijfsruimtes het best.

Dat blijkt uit de IPD Nederlandse Jaar Vastgoedindex 2015 (meer info over deze index). Woningen waren vorig jaar met 10,6 procent na bedrijfsruimtes de best presterende sector. Winkelvastgoed scoorde met een totaalrendement van 3,6 procent het slechtst. Kantoren brachten 5 procent op.

Opgesplitst naar direct en indirect rendementen bedroeg het rendement voor de sectoren: winkels 6 procent direct en -2,2 procent indirect; kantoren 6,1 procent direct en -1,0 procent  indirect; bedrijfsruimtes 7,2 procent direct en 5,2 procent indirect;woningen 4,6 procent direct en 5,7  procent indirect.

Het gemiddelde directe rendement kwam uit op 5,4 procent, tegen 5,7 procent in 2014. Het indirecte rendement bedroeg  2,1 procent, hetgeen precies in lijn is met het gemiddelde over twintig jaar gemeten.

Het gemiddelde totaalrendement over de afgelopen twintig jaar bedraagt 8,1 procent. In 2015 herstelde de Nederlandse vastgoedmarkt zich van de negatieve gevolgen van de financiële crisis, stellen de onderzoekers.

Ook wanneer men binnen Europa kijkt biedt Nederland biedt een hoog rendement aldus de Deutsche AM.

Nederland, Spanje en de zeven grootste Duitse steden bieden momenteel de aantrekkelijkste rendementen op risicogewogen basis. Dat schrijft de Duitse vermogensbeheerder Deutsche Asset Management (Deutsche AM) in zijn verwachtingen voor 2016 voor de Europese vastgoedmarkten .Nederland is verhoogd van neutraal naar ‘overweight”. Toch blijft Deutsche AM voorzichtig vanwege mogelijke valkuilen buiten het belangrijkste segment, en richt zich vooral op Amsterdam.

De onderzoekers wijzen er op dat op diverse locaties in Europa de bezettingsgraad aan het verbeteren is en begint de huurgroei te versnellen. Toch blijft het evenwicht op de markt fragiel en zijn er nog steeds risico’s voor het herstel.

Het centrum van Londen en delen van Parijs worden gezien als relatieve underperformers over een gemiddelde van vijf jaar, ‘maar zijn waarschijnlijk tegen het einde van het decennium weer terug in de voorhoede’.

Strategisch gezien blijven de belangrijkste vastgoed-beleggingen een aantrekkelijke investering, met stabiele en relatief hoge inkomsten in een tijd van aanhoudende onzekerheid in de wereld. ‘We zien de grootste kansen in de woningmarkt, specifieke delen van de logistieke markt en centraal gelegen winkel- en kantoorlocaties,’ aldus Deutsche AM.

Doordat de omstandigheden voor het herstel van de vraag blijven verbeteren, kunnen er mogelijkheden ontstaan om meer risico te nemen. Zo’n strategie moet wel zeer selectief worden uitgevoerd, gezien het grote aanbod van ruimte op secundaire locaties.

Bronnen:

Vastgoedmarkt

Recordvolume op winkelvastgoed

Het recordbedrag van 2,8 miljard euro dat in 2015 in winkelvastgoed is geïnvesteerd heeft de prime aanvangsrendementen over de hele linie fors naar beneden gebracht.

Dat blijkt uit The Netherlands Retail Marketview H2 2015 van CBRE. Het recordvolume van 2,8 miljard euro dat in 2015 in winkelvastgoed belegd werd, is met name gevoed door de verkoop van een handvol grote winkelportefeuilles en een toenemend aantal single assets. Ten opzichte van 2014 (1,5 miljard euro) lag het transactievolume 87 procent hoger. Het vorige beleggingsrecord dateerde van 2004, toen voor ongeveer 2,4 miljard in Nederlandse winkels werd geïnvesteerd.

De gretigheid van beleggers dreef de prime yields vorig jaar met 65 basispunten naar beneden. Dat gold voor high street shops, waar de top netto aanvangsrendementen (nar) tussen 2014 en 2015 daalden van 4 naar 3,35 procent. Bij topwinkelcentra bedroeg de daling ongeveer 55 basispunten, met een nar van ongeveer 6 procent eind 2014 naar 5,45 procent eind 2015. Daarna volgen prime supermarkten met een nar van 5,9 procent tegen 6,4 procent een jaar eerder. Wijkwinkelcentra waren ook in trek, getuige de daling van het nar naar 6,6 procent van 6,9 procent. Retailparken zagen een yieldcompressie van 55 basispunten naar ongeveer 6,75 procent eind 2015.

De aanhoudende interesse in winkelruimte op A1-locaties heeft in Amsterdam op de Kalverstraat gezorgd voor een huurgroei (sinds 2012) van 2.900 euro naar 3.000 euro per vierkante meter per jaar. De tophuren in de overige vier grote steden zijn gelijk gebleven. In Rotterdam ligt de tophuur op ongeveer 1.700 euro, in Utrecht bedraagt die zo’n 1.650 euro tegen 1.200 euro in Den Haag.

Beleggers zijn volgens executive director Retail Krijn Taconis van CBRE bovenmatig geïnteresseerd in vastgoed in populaire winkelstraten in de grotere steden. ‘In het bijzonder institutionele partijen en Real Estate Investment Trusts (REITs) kijken naar deze locaties met het hoogste aantal bezoekers. Zo kocht Vastned in mei 2015 Rokin Plaza voor 108 miljoen euro. Opportunistische beleggers kijken ook naar winkelcentra en -portefeuilles waar nog ruimte is voor verbetering. De aankoop van vijftien winkelvastgoedobjecten door Tristan Capital Partners van Delta Lloyd is een goed voorbeeld van een dergelijke belegging.’

Het recordvolume illustreert daarnaast duidelijk dat de beleggersmarkt voorloopt op de gebruikersmarkt. CBRE ziet dat grote internationale retailers verder expanderen. Door hun omvang hebben zij profijt van inkoop- en schaalvoordelen en kunnen ze snel op trends inspelen. Voorbeelden hiervan zijn in ieder marktsegment te vinden, zoals het Duitse Kik en Spaanse Inditex. De winkelruimte die door minder fortuinlijke retailers is achtergelaten wordt – met name op de betere locaties – snel ingevuld. Niet alleen door bovengenoemde partijen maar ook door nieuwe internationale toetreders zoals Snipes en TK Maxx.

Deze ontwikkelingen zetten zich naar verwachting verder voort. De economische vooruitzichten voor de winkelvastgoedmarkt zijn gunstig, maar de consument heeft zijn bestedingspatroon veranderd. Hierdoor zullen in 2016 nog meer retailers verdwijnen uit het winkellandschap. Met name retailers in het middensegment zonder duidelijke positionering konden en kunnen het hoofd niet boven water houden.

CBRE verwacht dat goed presterende retailers verder blijven groeien en dat nieuwe toetreders de winkelstraten blijven verrijken. De interesse van beleggers in prime vastgoed blijft eveneens aanhouden. Maar door de schaarste van dit type product is het aannemelijk dat komend jaar het investeringsvolume in (wijk)winkelcentra, winkelportefeuilles met daarin ook secundair winkelvastgoed en retailparken hoger zal liggen.


 

Lees het hele rapport op CBRE.nl

Bron: vastgoedmarkt

,

Hudson’s Bay wil zestig warenhuizen in Nederland

Hudson’s Bay is vastbesloten om in Nederland circa zestig warenhuizen openen, of het Canadese bedrijf nu de panden van het failliete V&D kan kopen of niet. Dat zeggen bronnen dichtbij de onderhandelingen.

Het bedrijf heeft al een akkoord met een deel van de eigenaren van V&D-panden, maar ook met eigenaren van andere panden. Daarin wil het concern met een omzet van ongeveer €10 mrd warenhuizen vestigen onder de namen Galeria Inno en Saks Fifth Avenue.

Omzetdoel van € 1 mrd

Het bedrijf, dat net als Coolcat-eigenaar Roland Kahn probeert de panden van V&D te bemachtigen, zou in die warenhuizen op termijn werkgelegenheid bieden voor zeven- tot negenduizend werknemers. Alles bij elkaar mikt het bedrijf op een Nederlandse omzet van €1 mrd.

Voor de naam V&D heeft Hudson’s Bay geen belangstelling. De top van het bedrijf geeft geen cent meer voor het V&D-concept en gelooft niet dat iemand dat nog nieuw leven in kan blazen. Voor restaurantketen La Place, gekocht door Jumbo-familie Van Eerd, zien de Canadezen wel mogelijkheden in hun warenhuizen.

Luxer en modieuzer

De warenhuizen waarmee Hudson’s Bay Nederland wil veroveren, moeten luxer en modieuzer worden dan de huidige V&D-winkels met merken als Calvin Klein en Tommy Hilfiger en meer service, schoenen en handtassen. De winkels moet gaan lijken op de Belgische Galeria Inno’s en de Hudson’s Bay-winkels in Canada.

De eigenaar van het befaamde warenhuis Saks Fifth Avenue in New York wil in Nederland zowel zelfstandige Saks-winkels als winkeltjes in warenhuizen openen. Saks-winkels zullen met drie- tot vijfduizend vierkante meter wel een stuk kleiner zijn dan de Galeria Inno’s, die tien- tot vijftigduizend vierkante meter beslaan.

Bron: FD

,

ING: bouw snelst groeiende sector

De bouw is dit jaar de snelst groeiende sector in Nederland. De groei van 5 procent wordt vooral gestuwd door de toename van de woningbouw.

In de detailhandel stijgen de omzetten in de supermarkten. De doe-het-zelf zaken en schoenenwinkels laten nog wel een daling zien en ook de zorgsector krimpt. Dit stelt het ING Economisch Bureau in het rapport Vooruitzicht Sectoren . Het vertrouwen van aannemers is de afgelopen twee jaar flink verbeterd en ligt momenteel al weer bijna op het pre-crisisniveau van medio 2008. Het is vooral de woningbouw die het door de aantrekkende woningmarkt goed doet.

Begin 2015 viel de groei in de infrasector wel tegen. ‘De afgelopen maanden herstelt ook daar echter weer het vertrouwen bij ondernemers. De orders nemen weer toe waardoor we ook in de infrasector een volumestijging voor 2015 verwachten,’ aldus ING-econoom Maurice van Sante.

Van alle bedrijfssectoren laat de horeca met een nulgroei de laagste volumeontwikkeling zien. Hotels en restaurants zien de vraag wel verder aantrekken. De groei van het aantal hotelkamers in Amsterdam is fors. De gemeente geeft aan dat spreiding gewenst is en nieuwe ontwikkelingen in het centrum ongewenst. De omzet van cafés blijft structureel achter.

In supermarkten werden in het eerste halfjaar ruim 750.000 kassabonnen afgerekend, iets meer dan in 2014 (+0,5 procent). Ook het gemiddelde bedrag per kassabon nam iets toe ten opzichte van 2014. Het algemene prijspeil in voedingswinkels is al 1,5 jaar stabiel, mede geholpen door aanhoudende daling van internationale voedselprijzen en indirect ook lagere olieprijzen.

Het volume in non-food neemt toe, maar door lagere prijzen stijgt de omzet nauwelijks. Daarbij is het beeld divers. Winkels in woninginrichting en persoonlijke verzorging doen het goed. Bij schoenenwinkels en doe-het-zelf dalen zowel de prijs als het aantal verkochte goederen. Kleding en consumentenelektronica zien het volume licht stijgen, maar door prijsdalingen krimpt de omzet.

Bron: ING & Vastgoedmarkt.